Over de voorstelling
In 1923 stond Aarnoud van Heemstra, gouverneur van Suriname, na een zware tocht door het regenwoud op de top van de Voltzberg, een hoge rots in een zee van groen. De verpletterende schoonheid van het landschap leek aan hem niet besteed. Wat Van Heemstra wél zag waren economische mogelijkheden. Hij zou massaal bomen laten vellen, wegen laten aanleggen waar ooit water kronkelde en grond laten openbreken op zoek naar waardevolle grondstoffen. Zijn gouverneurschap zou in het teken staan van de mijnbouw, die verwoestende sporen in het landschap trok.
Honderd jaar later worden de eerste contracten getekend voor mijnbouw op de maan. Marjolijn van Heemstra, familie van de gouverneur, buigt zich over de geschiedenis én de toekomst van koloniale mijnbouw. In een poëtische gedachtereis ontrafelt Marjolijn de hebzucht waaraan nu zelfs de ruimte wordt onderworpen. Daartegenover stelt ze een liefdevolle ode aan het buitenaardse landschap waar we allemaal op uitkijken.
Over Marjolijn van Heemstra
Marjolijn van Heemstra (1981) is dichter, schrijver, theatermaker, journalist en podcastmaker. Sinds 2019 schrijft ze voor De Correspondent over de vraag hoe de ruimte ons kan helpen om anders naar de aarde te kijken. Haar boek over dit thema, In lichtjaren heeft niemand haast, werd verkozen tot NPO Radio 1 Non-fictie Boek van het Jaar. In 2023 schreef Marjolijn het essay voor de maand van de filosofie, Wat is ruimte waard. Sinds drie jaar houdt ze zich vooral bezig met De Nacht-Wacht, een onderzoek naar de waarde van de nacht en het donker.
Reacties op het essay Wat is ruimte waard
‘Het onderzoek van Marjolijn van Heemstra is duizelingwekkend goed.’
Noraly Beyer
‘Een nieuw ethisch perspectief op zowel de ruimte als de aarde.’
Tim Fransen
‘Mijnbouw op de maan een ver-van-je-bedshow? Marjolijn van Heemstra laat in dit urgente essay zien hoezeer het antwoord op die vraag ‘nee’ is. Als we niet oppassen, pakken de allerrijksten ons zelfs wandelen in het maanlicht af. Een klein boek met grootse implicaties.’
Lieke Marsman
‘Als je je afvraagt waarom al die multimiljardairs plotseling de ruimte in willen: lees dit.’
Martin Rombouts