Lichtontwerper Axel Dikkers

Als lichtontwerper heeft Axel Dikkers een belangrijke rol in de artistieke totstandkoming van voorstellingen van Theater Rotterdam. Iedereen ziet het, maar niet iedereen beseft het. Toch kan Theater Rotterdam niet meer zonder hem. “Ik ben er altijd vanaf het begin bij.”

TEKST: ANTON SLOTBOOM  

Hij is écht onderdeel van het artistieke proces, zeggen zijn collega's. Wie vraagt naar de rol die lichtontwerper Axel Dikkers al jaren speelt in het Rotterdamse theaterleven krijgt niet anders te horen. Zijn bijdrage, zeggen ze, is een belangrijk onderdeel van het eindproduct, de voorstelling waar hij aan mee werkt. Leg hem dat voor en hij reageert net zo verlegen als trots. ,,Ah, leuk,'' zegt Dikkers, die 18 jaar bij Theater Rotterdam werkte, voorheen het Ro Theater, en recent werkte met regisseurs als Alize Zandwijk, Johan Simons, Erik Whien en Alida Dors. ,,Ik zit inderdaad bij het maakgedeelte van voorstellingen. Als belichter en lichtonwerper word ik vanaf het begin betrokken bij een voorstelling die gemaakt wordt. Ik ga helemaal mee, van het repetitieproces tot aan de montage en de premiere. Ik ga ook mee op tournee.''

Dit klinkt vanzelfsprekend. Maar is het een plek die je hebt moeten bevechten?

,,Zo'n rol creer je natuurlijk ook een beetje zelf, in zo'n organisatie. Ik heb het vertrouwen van regisseurs en mijn leidinggevende moeten winnen, natuurlijk. Die zien me nu als iemand die meedenkt in het proces, als iemand die iets toevoegt. Dankzij John Thijssen heb ik mezelf echt kunnen ontwikkelen. Ik wilde als lichtonwerper altijd al bijdragen aan voorstellingen, omdat licht echt een kunstuiting is, en een toevoeging is aan een theatervoorstelling. Regisseurs hebben meestal weinig grip op dit onderdeel. Voor hen is soms moeilijk te vertalen wat er dan moet gebeuren met het licht. Ik probeer er voor ze te zijn. Ik ben niet faciliterend betrokken, maar echt artistiek. Licht voegt iets toe aan het verhaal.''

Wat is jouw handtekening eigenlijk, als het om licht gaat?

,,Ik houd van een soort puurheid. Dat vind ik heel belangrijk. Het zou bij wijze van spreken ook met een enkele lamp kunnen. Dat is mijn handtekening. Die signatuur past bij het soort theatervoorstellingen dat we maken. Pakweg een musical is toch gericht op vermaak en entertainment. Dat zijn shows.  Niks mis mee, licht kan ook heel erg entertainen, maar voor mij is licht een doel om te gebruiken in een vertelling. Dat is een ander uitgangspunt.''

FOTO: SALIH KILIC

Jouw vak moet haast wel enorm veranderd zijn de laatste jaren. Alleen al de komst van LED heeft gigantisch veel impact.

,,Veranderd is het enorm. Ik heb eerst de hele verandering naar 'bewegend licht' meegemaakt – eerst werden er alleen lampen gebruikt die op hun vaste plek hingen. Nu ben ik bij Theater Rotterdam bezig de transitie naar LED-licht op gang te brengen. Daar stappen we op over. Het moment dat we alle lampen moeten gaan vervangen, komt eraan. Het  halogeen-licht verdwijnt. Die lampen verbruiken veel energie en worden afgeschaft. De nieuwe techniek is in ontwikkeling. We zijn op het punt aangekomen dat een LED-schijnwerper gelijkwaardig is geworden. Dat was lang niet het geval. Dus gaan theaters in het hele land nu om.''

Maar is LED dan ook artistiek gunstig voor de toneelbelichting?

,,Wat kan LED voor ons betekenen? Daar zijn we nu over aan het nadenken. Ook daarin zitten we op een kantelpunt. LED kan zichzelf verkleuren, dat is een van de voordelen. Dat geeft ons meer vrijheden. Je kunt iets meer gaan 'schilderen' met kleuren, en ook met bewegingen. We kunnen straks meer spelen, op de planken. Nu moeten we vaak nog naar de lamp toe met een kleurenfilter. Stel je voor dat een regisseur zegt: ik wil heel even een ander beeld laten zien. Dat kan, met LED. Dan kun je heel snel even een ander beeld maken, om daarna toch snel weer terug te komen op het beeld dat je voor ogen had. Dat helpt artistiek: als je te lang naar hetzelfde plaatje kijkt, raak je misschien wel uitgekeken. Dan kan het helpen dat je even een totaal andere richting op te gaan, als toeschouwer.''

Veel werk nog zeker, die transitie.

,,Hier zijn we de komende jaren wel mee bezig. Eerst gaan we de kleine zalen aanpakken, en de repetitieruimtes, omdat daarin bijna de hele dag het licht wel aan staat. We zijn inmiddels al best wel ver. De grotere zalen zijn de volgende stap. We willen daarin beginnen met een aantal spots en dat dan uitbreiden. Om zo steeds meer te ontdekken wat dit precies voor ons kan betekenen.''