Aap Noot Brood
"Ze willen gewoon wit tijgerbrood."
In Normandie hebben we super lekker brood gegeten. Zuurdesem zeg maar. Toen dacht ik van: "Wow, dit vind ik wel heel mooi om van zo weinig ingrediënten, zo weinig waar je je eigenlijk achter kunt verschuilen, omdat het alleen bloem, water en een beetje zout is, dat je daar zoiets moois van kunt maken."
Je vindt het lekker of niet. Mijn ouders kan ik dit brood niet geven. Ze vinden het niet lekker, taai. Het is ook gewoon zuur. Dat zijn ze niet gewend. Ze willen gewoon wit tijgerbrood.
Ik snij zo aan. Je moet het even proeven.
Roffa, is Roffa toch. Is gewoon. We zijn hier drie jaar geleden naartoe gekomen en ik voel mij gewoon thuis. Je hebt zoveel mensen, zoveel culturen. Ik leer nog steeds zoveel nieuwe dingen uit andere culturen, waaronder Keti Koti. Eerst wist ik niet van het bestaan. Dat is al voor mij een hele waardevolle prijs, winnen of niet.
We zijn hier met zijn allen in Roffa. Gezellige boel. We moeten ook elkaars normen en waarden leren kennen. Je moet wel met elkaar samenleven. Dit is een mooi gebaar om dat zo te uiten naar buiten toe.
Vinh Do
"Een buurtbakkerij waar heel Rotterdam een beetje samenkomt."
We begonnen met voor de buurt bakken. Dan gingen we met een bolderkarretje bezorgen en deden we een broodje in een zak die aan een voordeur hing. Daar hing dan het warme broodje. Dat was heel leuk. Voor ons was dat sociaal ook heel tof. Ineens kenden wij heel veel mensen. Als wij nu de vuilnis wegbrengen, duurt dat heel lang. Dat hebben wij dik een jaar vanuit ons schuurtje gedaan en toen kwam dit pandje op ons pad. Toen dachten we. Ja, dit moeten wij gaan doen.
Het is laagdrempelig om hier te komen. Echt een buurtbakkerij zijn we, waar heel Rotterdam een beetje samenkomt.
Wij dachten al heel snel van: Wat tof dat wij hiervoor worden gevraagd. Omdat er heel weinig aandacht voor is, weinig bekendheid. Wij dachten wel: Wij vinden het moeilijk. Wij hebben een andere achtergrond. Ik heb een Joodse en Vin een Vietnamese achtergrond. Dan is het wel heel moeilijk om iets te gaan ontwikkelen waar wij misschien te weinig van afweten. Toen dachten we aan Sergio, een goede vriend. Hij heeft goede smaakpapillen. Die kookt super lekkere dingen. Die kan goed met ons meedenken.
Wij willen iets maken wat past binnen onze bakkerij, maar ook bij het feest. Flan is natuurlijk Frans. We hebben het er met Ser over gehad van: "Ey, is dat niet lastig als we zoiets zouden doen, want als je kijkt naar het kolonialisme weet je wel, hoe kijk jij daartegenaan? Jij zei toen iets heel moois. Weet je nog wat je toen zei?"
Simche Do
"De geschiedenis is er en die moeten wij omarmen."
De gedachte was vooral: wordt het niet te gevoelig als je die twee mixt? Als je sommige dingen bij elkaar trekt. De Franse en Surinaamse keuken.
Maar voor mij is het zo: "Je kan je hoofd ervoor omdraaien, dat maakt niet dat de geschiedenis weggevaagd wordt." De geschiedenis is er en dat moeten wij omarmen. Als je juist het kolonialisme, het Europese en het Surinaamse bij elkaar brengt en zeker in het gerecht, maak je de brug die je wil bouwen tussen het verleden en het heden. Je wil er niet niet naar kijken en dan een naïeve houding hebben. Zo van: "Ik wil mijn vingers er niet aan branden. "Het is geweest." Het is ieders ambitie om samen met elkaar te kunnen leven, maar het is gevoelig. Niemand wil zich wagen aan zo'n discussie. Kijk naar je vriendengroep. Als je het erover gaat hebben, is het gevoelig. Juist dit gerecht moet het bij elkaar brengen. Dit moet het gaan worden.
De tijd met vrienden maakt juist een gerecht. Als je een bepaald gerecht in Suriname eet, eet je het samen onder een boom, gezellig. Als ik hier een saoto soep in mijn huiskamer in mijn eentje eet, dan heeft het geen leven of ziel. De smaken zijn wel hetzelfde, in mijn hoofd kan ik het wel visualiseren, het speelt binnen wel, maar begrijp je wat ik bedoel? In Rotterdam kan dat nog wel. Op de straat, gewoon met mensen van de wijk, dan denk ik soms; "Wow, ik ben soort van thuis weet je wel.
Sergio Amatjasa