foto Phile Deprez

VOICE NOISE

GRIP / Jan Martens
wo 6 nov 20:00 - 21:40
Innovatieve, onbekende en vergeten vrouwenstemmen uit de afgelopen honderd jaar muziekgeschiedenis krijgen een podium.
  • 6 nov
    20:00 - 21:40
    TR25 Schouwburg, Rotterdam
    Grote zaal

‘Overbodig.’ Of nog botter: ‘Irritant lawaai.’ Zo werd de vrouwenstem vaak beschouwd van in de Griekse oudheid tot vandaag.

English below

VOICE NOISE
is geïnspireerd op Anne Carsons essay The Gender of Sound (1992) waarin zij blootlegt hoe de patriarchale cultuur getracht heeft vrouwen de mond te snoeren door het vrouwelijke geluid op ideologische wijze te associëren met monsterlijkheid, wanorde en dood. 

In VOICE NOISE krijgen enkele innovatieve, onbekende en/of vergeten vrouwenstemmen uit de afgelopen honderd jaar muziekgeschiedenis een podium. Hiermee zet Jan Martens een volgende stap in zijn streven naar het vormgeven van een alternatieve canon.

Zes dansers gaan de confrontatie aan met opnames waarin de menselijke stem te horen is in allerlei gedaantes: neuriënd, sussend, krijsend, fluisterend, zingend. Gaandeweg ontdekken zij hun eigen stem.

Nadat hij met grote groepen heeft gewerkt in zijn recente producties – any attempt will end in crushed bodies and shattered bones en FUTUR PROCHE – keert Jan Martens terug naar een productie voor een klein ensemble van zes dansers. Hij werkt met enkele dansers die hem al eerder inspireerden (Steven Michel, Courtney May Robertson en Loeka Willems) en nodigt nieuwe gezichten uit (Sue- Yeon Youn, Elisha Mercelina en Mamadou Wagué).

Jan Martens' obsessie met getallen, geometrie en patronen ontmoet de unieke fysieke talen van zijn performers, wat leidt tot een hervonden interesse in de dans zelf: in detail en subtiliteit, in het herdefiniëren van gratie en elegantie.


INSPIRATIE & RESEARCH (Jan Martens)

Uit eerdere creaties ontstaat nieuw werk. Dat is het geval voor VOICE NOISE.

In PASSING THE BECHDEL TEST (2018), ELISABETH GETS HER WAY (2021) en FUTUR PROCHE (2022) heb ik teksten, muziek en composities opgenomen van kunstenaars die ik niet bekend, geliefd of erkend genoeg vind.

Vaak werkt men bij dans met nieuw gecomponeerde muziek die speciaal voor de voorstelling is gemaakt, of men werkt met een grootmeester die al lang overleden is, bijvoorbeeld Bach. Maar er is zoveel muziek geschreven die maar één of een paar keer wordt uitgevoerd en dan voorgoed van de radar verdwijnt. In dit nieuwe werk wil ik in de muziekgeschiedenis duiken en kijken of ik verschillende onbekende stemmen naar voren kan halen. Deze keer wil ik 'stem' heel letterlijk nemen. De muziek van dit stuk zal uitsluitend bestaan uit werken waarin de vrouwenstem een belangrijke rol speelt.

Hoewel de wortels van deze voorstelling een duidelijke feministische ondertoon zullen hebben, denk ik dat de feministische boodschap deze keer niet aan de oppervlakte zal liggen, in tegenstelling tot eerder werk als PASSING THE BECHDEL TEST en any attempt will end in crushed bodies and shattered bones. De vorm van het nieuwe VOICE NOISE zal voornamelijk dat van een abstract danswerk zijn. De gelaagdheid van al die verschillende vrouwenstemmen moet voor zichzelf spreken.  

Vrouwelijke zangstemmen zijn voor mij van jongs af aan erg belangrijk geweest. Homomannen vormen een groot deel van de fanbase van vrouwelijke pop- en experimentele popartiesten als Björk, Tori Amos, Madonna, Dua Lipa, Lady Gaga, Cher, Marianne Faithfull, Dolly Parton, Grace Jones, Nico, Lana Del Rey, ... Psychotherapeut Jeff Larsen schrijft dit fenomeen als volgt toe: "Wij, als homoseksuele mannen, zien vrouwelijke popsterren - vooral wanneer de ster wordt gezien als iemand die heeft moeten vechten of strijden voor haar dominantie of bestendigheid, zoals Madonna of Cher - vaak met onze eigen strijd voor volledige acceptatie met betrekking tot onze seksualiteit."

Dit werk ligt inhoudelijk in de lijn van voorgaande werken, maar de vorm is heel erg anders. Ritme en uitputting zijn minder aanwezig. In plaats daarvan staan detail en subtiliteit op de voorgrond, een meer sensorische aanpak. Bovendien is er deze keer ook veel meer ruimte voor improvisatie. De voorstelling wordt op die manier ook voor de dansers een oefening in beter en dieper luisteren, kijken en reageren.


OVER The Gender of Sound VAN ANNE CARSON

In haar essay uit 1995, The Gender of Sound, schrijft Anne Carson over hoe de vrouwenstem, met haar hoge tonen, luid geschreeuw of doelloze conversatie, lange tijd als overbodig en/of ontregelend is beschouwd. Ze geeft voorbeelden van hoe vrouwenstemmen in de loop der tijd zijn opgevat, van het oude Griekenland, tot aan moderne vrouwelijke politici zoals Margaret Thatcher die, hoeveel stemtraining ze ook volgen, beschuldigd worden van het hebben van een te schelle stem. Ze schrijft: "Vrouwen de mond snoeren was in het preklassieke en klassieke Griekenland het voorwerp van een complex geheel van wetgeving en conventie, met als kern Sophokles' algemene uitspraak: "Stilte is de kosmos (goede orde) van de vrouw." Ze schrijft ook over de Griekse deugd sophrosyne, zelfbeheersing, een deugd die blijkbaar alleen bij mannen te vinden was.“De mannelijke deugd sophrosyne of zelfbeheersing heeft tot doel (…) de buitenkant van de man te scheiden van wat er binnen in hem gebeurt. De man verbreekt deze continuïteit door de logos in te zetten - waarvan de belangrijkste censor het geluid van rationele articulatie is." Vrouwen zouden daar niet toe in staat zijn. In het essay vertelt Carson dat de Grieken de vrouwelijke geslachtsorganen voorstelden als een tweede mond, die een weerspiegeling was van de eerste. De twee ‘monden’ van de vrouw worden gezien als open spleten, waaruit geluid, bloed, slijm en verderf zonder zelfbeheersing zich een weg naar buiten banen. 
Hoewel de behandeling van de vrouwenstem ongetwijfeld het thema is van dit essay, blijkt Carson in de eindalinea ook bredere vragen te stellen over onderdrukking. "De laatste tijd ben ik mezelf vragen gaan stellen over het Griekse woord Sophrosyne. Ik twijfel over dit concept van zelfbeheersing en of het echt, zoals de Grieken dachten, een antwoord is op de meeste vragen over menselijke goedheid en op dilemma’s over de beschaving. Ik vraag me af of er niet een ander idee van menselijke orde is dan onderdrukking, … " Ik kan dan ook alleen maar akkoord gaan wanneer de Noorse essayiste Ida Lødemel Tvedt schrijft: “Ik denk dat Carsons essay alleen maar ogenschijnlijk, of in elk geval slechts oppervlakkig, over gender gaat. Op een belangrijker niveau gaat het over wat de maatschappij is en kan zijn. En daarover spreekt ze wonderlijke wensen uit. Ze zegt onder meer dat ze zoekt naar een ideaal dat om iets anders draait dan om zelfbeheersing en onderdrukking.” (Uit: Een sleepnet in de marianentrog, Ida Lødemel Tvedt, Uitgeverij Atlas Contact, 2021) Waarbij controle, beheersing en striktheid in mijn werk tot op heden altijd erg belangrijk waren, is deze voorstelling ook een oefening geworden in loslaten, in het zoeken naar bevrijding. Waarin de dansers in sommige sequenties nog in een strak mathematisch kader moeten opereren, kunnen zij naarmate de voorstelling vordert steeds meer vrijheid nemen, en wordt improvisatie een handleiding om in het hier en nu op de muziek en elkaar te reageren.



English

'Redundant.' Or more bluntly: 'Irritating noise.' This is how the voice of the woman has often been considered from ancient Greek times to today.

VOICE NOISE is inspired by Anne Carson's essay The Gender of Sound (1992), in which she exposes how patriarchal culture has sought to silence women by ideologically associating women's sound with monstrosity, disorder and death. 

In VOICE NOISE, some innovative, unknown and/or forgotten women's voices from the past hundred years of music history are given a stage. By doing so, Jan Martens takes another step in his efforts to shape an alternative canon.

Six dancers respond to recordings in which the human voice can be heard in various guises: humming, soothing, shrieking, whispering, singing. Gradually, they discover their own voice.

After working with big groups in his recent productions – any attempt will end in crushed bodies and shattered bones and FUTUR PROCHE – Jan Martens returns to a production for a small ensemble of six dancers. He works with some dancers who have inspired him in the past (Steven Michel, Courtney May Robertson and Loeka Willems) and invites new faces (Sue-Yeon Youn, Elisha Mercelina and Mamadou Wagué).

Jan Martens’ obsessions with numbers, geometry and patterning meets the unique physical languages of these performers, and a new-found interest in dance itself emerges: in detail and subtlety, in redefining grace and elegance.

 

INSPIRATIONS & RESEARCH (Jan Martens)

“New work emerges out of previous creations. That is the case for VOICE NOISE.

In PASSING THE BECHDEL TEST (2018), ELISABETH GETS HER WAY (2021), and FUTUR PROCHE (2022), I have included texts, music, and compositions of artists that I consider not known, loved, or acknowledged enough.

Often in dance, one works with newly composed music specially created for the show, or one works with a grand master who is long gone, for example, Bach. But so much music has been written that is only performed once or a few times and then disappears from the radar forever. In this new work, I want to delve into music history and see if I can bring a variety of unknown voices to the foreground. This time I want to take 'voice' quite literally. The music score for this piece will consist solely of works in which the women’s voice takes a significant role.

Even when the roots of this performance will have a clear feminist undertone, I do think that the feminist message will not be on the surface this time, in contrast to previous work as PASSING THE BECHDEL TEST and any attempt will end in crushed bodies and shattered bones. The form of VOICE NOISE will be mainly that of an abstract dance work. It's going to be a piece about six singular dancers. The layering of all these different women’s voices should speak for itself.

Women’s singing voices have been very important to me since a young age. Gay men form a big part of the fanbase of women pop and experimental pop artists like Björk, Tori Amos, Madonna, Dua Lipa, Lady Gaga, Cher, Marianne Faithfull, Dolly Parton, Grace Jones, Nico, Lana Del Rey, … Psychotherapist Jeff Larsen attributes this phenomenon as follows: ‘We, as gay men, often see women pop stars – especially when the star is perceived to have had to fight or struggle for her dominance or longevity, like Madonna or Cher – with our own struggle for full acceptance regarding our sexuality.’

In terms of content, this work is in line with previous works, but the form is very different. Rhythm and exhaustion are less present. Instead, detail and subtlety take centre stage, a more sensory approach. There is also far more room for improvisation here. As such, the performance is an exercise for the dancers in listening, watching and reacting better, more deeply.


ABOUT The Gender of Sound BY ANNE CARSON

In her essay from 1995, ‘The Gender of Sound,’ Anne Carson writes about how the women’s voice, with its high-pitched sounds, loud shouting, or aimless conversation, has been considered redundant and/or disturbing for a long time. She gives examples of how women's voices have been conceived over time, from ancient Greece to modern female politicians like Margaret Thatcher who, no matter how much voice training they followed, were accused of having too shrill a voice. She writes: "Closing women's mouths was the object of a complex array of legislation and convention in preclassical and classical Greece, of which the core concept is Sophokles' blanket statement, "Silence is the kosmos (good order) of women." She also writes about the Greek virtue of sophrosyne, self-control, a virtue apparently found only in men. “The masculine virtue of sophrosyne or self-control aims (...) to dissociate the outside surface of a man from what is going on inside him. Man breaks continuity by interposing logos – whose most important censor is the rational articulation sound.” Women are allegedly unable to do this. Carson explains in her essay that the Greeks imagined the female genitals as a second mouth, a reflection of the first. The woman’s two ‘mouths’ were seen as open fissures which sound, blood, mucus and destruction made their way out of without self-control. While the treatment of the female voice is undoubtedly the theme of this essay, Carson also appears to ask broader questions about oppression in the final paragraph. “Lately, I have begun to question the Greek word sophrosyne. I wonder about this concept of self-control, and whether it really is, as the Greeks believed, an answer to most questions of human goodness and dilemmas of civility. I wonder if there might not be another idea of human order than repression …” I can therefore only agree with Norwegian essayist Ida Lødemel Tvedt when she writes: “I think Carson’s essay is only ostensibly, or at least only superficially, about gender. On a more important level, it is about what society is and can be. In that regard, she expresses some wonderful wishes. Among other things, she says she is looking for an ideal that is about something other than self-control and oppression.” (From: Een sleepnet in de marianentrog, Ida Lødemel Tvedt, Uitgeverij Atlas Contact, 2021) Whereas control, mastery and strictness have always been very important in my work to date, this performance has also become an exercise in letting go, in the search for liberation. While in some sequences the dancers still have to operate within a tight mathematical framework, as the performance progresses they can take more and more liberties, and improvisation becomes a manual for responding to the music and each other in the here and now.

 

 

Team

choreografie Jan Martens cocreatie en performance Elisha Mercelina, Steven Michel, Courtney May Robertson, Mamadou Wagué, Loeka Willems, Sue-Yeon Youn en/of Pierre Adrien Touret, Zora Westbroek muziek 13 muziekstukken gecreëerd/gezongen door vrouwen; volledige lijst beschikbaar op www.grip.house repetitor Zora Westbroek, Naomi Gibson lichtontwerp Jan Fedinger kostuumontwerper Sofie Durnez scenografie Joris van Oosterwijk geluidstechniek Vincent Philippart, Valentijn Weyn, Jo Heijens stemcoaching Ine Claes, Maxime Montjotin uitvoering kostuums en scenografie Théâtre de Liège stage Malick Cissé, Sien Wils artistiek advies Marc Vanrunxt, Rudi Meulemans en Femke Gyselinck trailer en teasers Stanislav Dobák grafische vormgeving Nick Mattan tourtechnici Elke Verachtert, Valentijn Weyn, Vincent Philippart productie GRIP Anneleen Hermans, Rudi Meulemans, Lize Meynaerts, Klaartje Oerlemans, Jennifer Piasecki, Sylvie Svanberg, Ruud Van Moorleghem, Nele Verreyken internationale spreiding A Propic – Line Rousseau, Marion Gauvent, Lara van Lookeren coproductie La Comédie de Clermont-Ferrand, Maison de la Danse de Lyon – Pôle européen de production, De Singel international arts center, Théâtre de Liège, Julidans Amsterdam, Le Manège - Scène Nationale de Reims, Romaeuropa festival, DDD – Festival Dias da Dança - Teatro Rivoli - Porto, Scène Nationale de Forbach, Charleroi danse - centre chorégraphique de Wallonie - Bruxelles, Festspielhaus St-Pölten, Tanzhaus nrw Düsseldorf, Théâtre de la Ville - Paris, Festival d’Automne à Paris, Équinoxe - Scène Nationale de Châteauroux, Theater Rotterdam, Perpodium residenties La Comédie de Clermont-Ferrand (FR), DE SINGEL (Antwerpen, BE), Charleroi danse - centre chorégraphique de Wallonie - Bruxelles (BE) met de financiële steun van de Vlaamse Overheid, de Taxshelter van de Belgische Federale Overheid via BNPPFFF